Op een bordje van een restaurant: “Wij berijden ons konijn in eigen keuken”
De kop van een artikel van NU.nl: “Burgemeesters: ‘Bij illegale feesten treden we op'”
Op een bordje boven een handgelpompje: “Please satanise your hands here”
Een briefje op de ruit van een winkel: “Helaas. Wij zijn dichd. We are closet. Wir sint gesloßen.”
Een kop uit de krant Flevopost: “Doodgereden dier bij Luttelgeest is zo goed als zeker dood.”
Een rectificatie van een ziekenhuis: “In de vorige update stond dat je bij verkoudheidsklachten thuis moest blijven. Dit klopt niet, dit geldt alleen voor collega’s uit Brabant. Als je in een normale provincie woont mag je gewoon komen werken.”
Een briefje op de ruit van een restaurant: “We zijn open. Ook om me te nemen.”
Een advertentie van mensen die een hond zoeken: “Wij zoeken een labradoodle mini om het gezin af te maken!”
Een foutje van een supermarkt: “Plaats uw kar in degene voor u”
De lijst wordt afgesloten met een bordje van een supermarkt, waarop staat dat mensen verplicht een mandje of winkelwagentje moeten gebruiken: “Verplicht. Geld voor iedere bezoeker”